woensdag 26 januari 2011

Achtergeluid: de koelkast


Liefste dagboek,

De laatste week is ingezet, het einde komt nabij. (The Hero’s Return – Pink Floyd) Vijf maanden zijn voorbij gevlogen als een kaboutertje op een paddestoeltje. Ik hoop dat er niet te veel veranderd is, wat zijn namelijk vijf maanden in een mensenleven? En toch voel ik nu al dat ik niet dezelfde ben. Ik ben rijker. Eén ervaring welgeteld. Een ervaring die voor altijd op mijn harde schijf staat geprogrammeerd en waarop ik met een goedkeurend oog op terugkijk.
Niet enkel heb ik geleerd hoe een brandslang in Rusland wordt gebruikt, of hoe je met stokjes moet eten, ik heb mensen leren kennen die ik niet wil en niet zal vergeten, thank you Facebook! (There’s a Higher Power – Brother Claude Ely)

De laatste loodjes zijn het zwaarst zeggen ze en dat zou waar geweest zijn, als ik geen druk schema had opgesteld, zodat ik me niet kan vervelen. De beste manier om veel tijd door te brengen zonder dat het saai wordt: shoppeeeeuuuh! (It’s Moving Day – Holy Modal Rounders) Souvenirtijd! En omdat ik nog een beetje geld over heb, doe ik eens lekker zot. Zo’n geweldige souvenirs hebben ze hier ook! Ik hoop dat ik ze allemaal door de douane krijg…En zeker na de aanslag in Domodedovo (It Came Out Of The Sky – Creedence Clearwater), de vlieghaven via dewelke onze vlucht gaat. Iedereen vertelde me dat er een aanslag was gebeurd in Moskou. Veel belang hechtte ik er niet aan. Irkutsk is namelijk verder van Moskou verwijderd dan Brussel. Slechts ’s avonds vertelde me iemand dat de aanslag in de luchthaven Domodedovo was. Ja, dat verandert de zaak natuurlijk! Dat betekent dus strengere controles, langer wachten en later thuis, maar ik wil frieten! (Cheap Reward – The Devil Makes Three)
Enfin, ik maak me niet te veel zorgen. Ik hoop enkel dat ik goed slaap, want op de kamer is het kwik weer gezakt tot amper 17 graden. Mijn slaapmuts behoort daarom weer tot de basisuitrusting. 
Ik heb ook (weeral) iets voorgehad. Ik had gedaan met douchen, wilde de kraan toedoen, maar er bleef nog een straaltje lopen. Het was zo’n hefkraan die niet meer zo goed werkte. Ik wilde ze dus een beetje verder toedoen en plots voel ik een ‘knak’. Ik kon de kraan nog verder opendoen, maar niet meer toedoen en na nog eens te proberen, brak ze gewoon af! Stond ik daar in de douche met een kraan in mijn hand en stromend (heet) water. (The Ocean – Led Zeppelin) Ik droogde me dus half zijn gat af, schoot terug in mijn pyjama, spurtte vijf verdiepingen naar beneden om de вахтера op de hoogte te brengen. Zij had blijkbaar tijd en moest het nummer van de loodgieter minstens vijf keer opnieuw indrukken, omdat ze hem niet meer zo goed wist. Uiteindelijk kwam de loodgieter vrij snel en installeerde hij een nieuwe, betere kraan. Ik mocht ze uitproberen. “Wie heeft eigenlijk de vorige kapotgemaakt?” vroeg hij plots. Ik antwoordde stamelend: “Ik…euh…ik wilde de kraan toedoen en ineens brak de kraan af.” Hij keek me hoofdschuddend aan, alsof ik de grootste crimineel op aarde was(Savage – Judas Priest). “Het is niet mijn fout dat die kraan zo verrot was dat ze afbrak. Het moest er ooit eens van komen”, wilde ik zeggen, maar heb me toch maar ingehouden.
Mijn zak is ondertussen ook al gepakt, hoewel ik nog er nog vanalles moet bijsteken. Ik hoop dat mijn koffer onderweg niet plots openspringt…Dat zou gênant én onhandig zijn. Gelukkig was er iemand op onze gang met een stofzuiger, zodat ik mijn vacuümzakken toch nog kon gebruiken, anders had ik denk ik slechts één broek, T-shirt, trui en een paar sokken mee naar België genomen.

Zo, mijn laatste week zit er bijna op. Slecht één dag nog, waarop ik naar de universiteit moet (For the last time – Rory Gallagher) en ik heb me al voorbereid op minstens drie keer van de ene kant naar de andere lopen. ’s Avonds is er gelukkig een feestje in onze общаге. Mijn laatste jammer genoeg. (Goodbye booze – Old Crow Medicine Show) En ik moet me inhouden, want met een kater vliegen is me door menigeen steevast afgeraden. Verder rest er me niets meer dan alle lezers van mijn blog te bedanken voor hun leuke reacties. Die hebben me  steeds weer aangemoedigd mijn soms spannende en soms minder spannende avonturen op het wereldwijde web te zetten. En speciaal voor die mensen heb ik een ‘specialeke’: Erge-Shölee Biste Turda – Huun-Huur-Tu, een knap staaltje keelzingen. Bedankt.

Ik wil toch ook even Caroline bedanken, die deze geweldige muziek met mij wilde delen. Thank you Caroline!

vrijdag 21 januari 2011

Achtergrondgeluid: mmm, niet echt iets speciaals


We hadden alles gedaan wat we wilden doen en zetten onze terugtocht in. De bedoeling was om een nacht in Ulaanbaatar te blijven en dan naar Irkutsk. Ganbaa, de man die alle tickets regelt in het hostel, had ons misverstaan en dacht dat we nog een dag extra in UB wilden blijven, niet dus. Er is echt niet veel te doen en dus bereidden we ons voor op een dagje niets doen. Gelukkig sprak er een Engelsman in de keuken over een of ander klooster met een reusachtige boeddha. Het klooster waar wij naartoe zijn gegaan had helemaal geen reuzeboeddha, dus dat moest ik toch eens deftig uitpluizen. De reuzenboeddha bestond en in het klooster zelf bleken nog meer dan 900 monniken te wonen! Naast het klooster bevond zich een universiteit voor Boeddhisme. Toen we daar aankwamen en al helemaal bevroren waren, leek het me straf dat dit prachtige klooster nog steeds in gebruik was, maar aan de vele monniken met hun rode gewaden te zien, was het wel degelijk zo. In één van de gebouwen was een les bezig. Een tiental jongens zaten op hun knieën en volgden les van een monnik. Interessant, hoewel ik er helemaal niets van begreep. De reuzeboeddha was inderdaad reuzegroot en spectaculair, maar ik snap nog steeds niet hoe mensen zoiets kunnen aanbidden…
Terug in het hostel stond de tv aan, zoals altijd en speelde de film ‘An attack on Leningrad’. Ik had hem al gezien, maar vroeg me af waar de film vandaan kwam, want in het boeken- en dvd-rek stond hij niet. Blijkbaar hadden ze in het hostel nog vier grote cd-mappen met dvd’s, vrij recente en allemaal in het Engels. Ik had mijn nieuwe bezigheid gevonden. We wilden daarom een filmmarathon houden die nacht, maar hebben het na twee slechte en één goede film opgegeven. Gelukkig had ik ook nog een Duits boek gevonden in de boekenkast en ben dan maar beginnen lezen. Tot mijn verbazing was het echt supergoed geschreven, niet moeilijk en hilarisch. De twee dagen Ulaanbaatar waren met andere woorden rijk gevuld met cultuur en gastronomie. We gingen heus niet zelf koken, als we voor één euro ergens een volledige en lekkere maaltijd konden krijgen. Het Thaïse restaurant was enorm lekker en gezellig. We hadden een Amerikaan, waarvan ik de naam al van vergeten ben, een Engelsman met een baard vanuit Noord-Engeland, die volgens mij John heette en een Singaporeaan, Ross, die van zijn zeventiende de wereld wilde rondreizen, ook uitgenodigd. Ross had het Aziatische continent volledig afgezien net zoals het Europese. Hij was nu op weg naar Moskou en plande zo verder te gaan naar Istanbul en Dubaï. Hij hield niet op zijn reisverhalen te delen met ons, maar ook al heb ik nog niet zoveel gereisd, ik voelde me toch een dikke woes. Hij vertelde onder andere dat hij in Engeland geen hostel kon betalen en niet wilde aanbellen bij mensen en dat hij daarom op straat moest slapen. Voor hem was het geen probleem, maar deze keer lag er een pak sneeuw lag… Hij heeft zich dan maar ingegraven en zo geslapen! Wow!
De volgende dag bleek iedereen ’s middags al weg te gaan, buiten wij en een zieke Fransman, die in zijn kamer bleef. Ik wilde nog enkele souvenirtjes kopen en ging naar de bank om geld af te halen… Het ging niet!
Het was 18 januari en Maestro zou inderdaad de zeventiende stoppen te werken in het buitenland, maar volgens ons mama kon ik mijn kaart nog wel gebruiken. Als dat niet zo is….AAARGH. Gelukkig heb ik nog een beetje geld opzijgelegd, maar ik zal dan wreed moeten besparen op de souvenirs, jammer genoeg…

De treinreis naar Irkutsk was kut, zoals alle vorige. We sliepen weer met vier in eenzelfde coupé en de grenscontrole in Rusland ging er deze keer zwaaar over. Drie keer hebben ze onze coupé ondersteboven gehaald, gevraagd of we drugs of wapens bijhadden. Ik bedoel dat is toch basis? Enkele keren is er een hond voorbijgekomen, vroegen ze iedereen, buiten ons (?) of ze een strafblad hadden! In onze coupé zat een koppel waarvan het meisje studeerde in Irkutsk. “Heeft u een strafblad?” Zij verstond het niet zo goed en wij snapten de vraag niet echt, wat is dat nu ook voor een vraag? Vijf keer heeft de vrouw dat gevraagd! “Bent u wel zeker dat u geen strafblad heeft?” “Wat is uw naam?” Veel gezucht, ge-mmh en geklaag later, ging ze toch gewoon weg. Ja, we zijn weer in Rusland. Nu we in Mongolië en China zijn geweest, viel ons het Russische karakter nog harder op. Ik heb de ondervraging al vermeld, maar de conductrices riepen heel de tijd dat we moesten blijven zitten of om te wachten. Niet vriendelijk, neen, op een manier waaruit bleek dat ze je precies echt beu waren, dat ze niet wilden werken. Zelfs tegen elkaar waren ze een ‘pain in the ass’. Koppig en ongeduldig zijn wel de hoofdkenmerken van een Rus. Een man vroeg iets aan de conductrice en zij antwoordde normaal. Hij vroeg nog iets en plots veranderde de toon: “Ik heb het u al gezegd, ik heb het al gegeveeen, zucht!” Op een ander moment stond er een deur open, iemand was zich aan het scheren en had de deur open laten staan. Door heel de wagon kon ik de conductrice horen roepen: “закройте дверь!” Zelfs geen пожялуйста… De arme jongen van in onze coupé, die ervoor was beschuldigd een crimineel te zijn, ging toevallig naar buiten. De conductrice vond er niets beters op dan hem richting de deur te duwen, jawel duwen, en te zeggen dat hij de deur moest sluiten. De arme jongen, waar ik het over heb, had oogproblemen en ging naar Irkutsk om zich te laten opereren. Bovendien sprak hij geen woord Russisch en had hij geen idee wat hij moest doen. Toen hij een beetje verward tergkwam, begon de vrouw weer te roepen: “Ha, u vindt het niet nodig de deur te sluiten?” Dat was de druppel, ik ben rechtgesprongen en liep naar de deur, die je onmogelijk toe kreeg, want een of andere pipo had ze vastgeknoopt. De vrouw ging er maar van uit dat iedereen in de wagon vloeiend Russisch sprak…niet dus!
In het begin van de reis was er een vrouw die aan de Mongolen in onze coupé iets vroeg en hen truien gaf. Ik dacht dat het weer een verkoopster was, maar dan zou je wel niets geven…vreemd. Aan de grens werd het echter allemaal duidelijk. Ze kwam haar truien terughalen, een stuk of tien, maar toen er iemand van de douane voorbij kwam, gooide ze de truien vlug op onze bank en ging er op zitten en ook op mijn voeten. Ze deed alsof ze met ons aan het praten was, hoewel we er niets van verstonden. Zij heeft, met succes, twee zakken vol kamelenwollen sokken en truien uit kamelenwol en kasjmier over de grens gebracht en waarschijnlijk nog veel meer. Een dappere vrouw dat moet ik ze meegeven! Vanaf dan moesten we enkel nog vier uur nutteloos wachten en dan zouden we vertrekken…saaaaaai! En onze film duurde nog maar een klein half uur…bollocks!

Nu zijn we weer in Irkutsk, koud, maar het is wel leuk om de mensen terug te zien. Al is het soms moeilijk om onze verhalen in het Russisch over te brengen. Ik heb al een deel van mijn kleren in de vuilbak gegooid, niet zo veel, maar ik moet eerst zien of ik plaats genoeg heb voor de andere kleren en de souvenirs. En goed nieuws, mijn bankkaart werkt nog wel in Irkutsk. Eén probleem van de baan.

We zijn vandaag (21/1) nog een keertje naar de universiteit gegaan, want we moesten ons weeral registreren. Maandag moeten we terug om onze registratie op te halen en donderdag vervalt die, want dan krijgen we ons visa mee…Vervolgens is het blijkbaar nodig een papiertje te laten ondertekenen door de bibliotheken (!) van de universiteit om er zeker van te zijn dat we geen boeken mee naar huis nemen. Omdat er volgens ons maar één bibliotheek in de universiteit is, vroegen we daar waar de faculteitsbib is. “Aan het einde van de gang links.” Dat zou dus de leeszaal zijn, waar ze inderdaad enkele boeken hebben, maar waar we slechts één keer zijn geweest tijdens een springuur. We vroegen het daar nog eens. “Neen, dat is niet hier. Aan het einde van de gang rechts, lokaal 109.” Oke, terug dan maar op zoek naar lokaal 109. In het midden van onze tocht werd het me echter duidelijk: 109 is de bibliotheek waar we vijf minuten eerder waren! Geen succes met andere woorden. We beslisten dan maar maandag nog eens te zoeken. Het over en weer geloop begon weer opnieuw. Aaaah, wat voelt het goed om weer in Irkutsk te zijn.




zondag 16 januari 2011

Achtergrondgeluid: hoest van Magali, Singaporeaan Ross en nog enkele mensen


9 januari: de dag waarop we vertrokken met ‘den echte Transiberische’ naar Peking. ’s Avonds waren Beka en Caroline alweer vertrokken naar Irkutsk en bleven Magali en ik alleen achter, maar niet voor lang, want enkele uren later zaten we in een coupé met een of andere Mongoolse jongeman, die bovendien niet lelijk te noemen was, en een oudere vrouw. De treinrit was om het kort te zeggen: kut! Twee dagen op een trein zitten is geen pretje, ik bereid me nu al voor op de terugweg… Gelukkig kon ik goed en lang slapen en werd ik af en toe afgeleid door een klein en schattig meisje dat de hele tijd met mij wou spelen, maar waarmee ik enkel kon communiceren met gebaren. Onderweg kregen we in de steppe een horde kamelen te zien, enkele kudden paarden en ‘woestijherten’. In China gingen de platte uitzichten over in prachtige bergen en echte slopwijken.
Aangekomen in Peking was het even zoeken waarnaartoe, Chinees is echt Chinees voor mij! En zoveel mensen! En groot! En verbazingwekkend veel Europese automerken. Bijna elke taxi was een Volkwagen en Audi’s reden rond in overvloed. We hadden wel een plan: geld, ticket terug en de vader van Ziyu bellen. Geld bleek een probleem, de ATM vroeg een of ander paswoord dat niet de PIN-code was…geld wisselen bleek ook een probleem. In de bank moesten we een nummertje trekken en wachten…nog vijftig nummers. Dan gingen we maar verder op zoek naar een bank in de hitte die er voor ons in Peking heerstte. Na een hele tijd in rondjes te lopen, vonden we uiteindelijk een bankautomaat, die geen verborgen paswoorden vroeg. Maar dan, hoeveel yuan is een euro? Enfin, we wisten dat de tickets terug ongeveer 1200 yuan kostten, dus daarop konden we ons baseren. In het International Hotel, een reusachtig en veel te chic gebouw was er een verkooppunt van treintickets. De man van het hostel in Ulaanbaator had ons dat aangeraden. Dat zaakje was dus vlug afgehandeld. Ik had van Iris nog een telefoonkaart voor in Peking gekregen en daarmee wilden we dus bellen, maar alle telefoons in het hotel waren natuurlijk allemaal tegelijk defect…waar een telefoon zoeken? Buiten, voor het hotel, vroeg ik een vrouw om een telefoon. Zij nam direct haar gsm en belde de vader zelf en na een kort Chinees gesprekje maakte ze met moeite duidelijk dat we in het hotel moesten wachten en dat hij zou komen. Gelukkig zijn we na Rusland echte professionele wachters geworden, want pas na drie kwartier kwam Ziyu’s vader ons met de taxi ophalen.
Zijn huis wordt bewoond door hemzelf, zijn vrouw, die jammer genoeg geen Engels spreekt noch verstaat en de dochter, die geweldig goed zingt, danst, tekent ‘trekzak’ en een Chinees instrument speelt. Het huis zelf is ‘klein, maar voldoende’ – Chen Zhilang en staat vol prullen en af en toe ook een nuttig voorwerp. De badkamer is klein en staat vol met pottekes, crèmekes, zakdoekskes enz. De wc zelf spoelt niet meer door en dus moet je een badje water gebruiken. Maar mjn ervaringen hebben me al één ding geleerd: kakken, doe je op een ander, want de wc vertstopt nogal gemakkelijk. Gelukkig staat er een nuttig voorwerp in de badkamer: de ontstopper! En liever een vertstopte wc die gemakkelijk te ontstoppen valt, als een Franse Chinese wc die je overal tegenkomt. Sommige mensen vinden het ook niet van belang hun deur toe te doen, waardoor je ze gewoon gehurkt ziet pissen, gezellig is anders.
Onze eerste avond was al direct een knaller van formaat. We gingen met de familie op restaurant. En daar heb ik veel geleerd. Ten eerste maakt het niet uit hoeveel je bestelt of eet, nadien neem je gewoon ALLE overschot mee naar huis. Ten tweede moet je niet stil zijn, Chinezen staan dan ook bekend om hun luidruchtigheid. Ze spreken zo luid omdat ze anders het verschil tussen sommige lettergrepen niet horen. In het Chinees bestaan er namelijk vier ‘tonen’, het woordje ‘ma’ kan dus op vier verschillende manieren worden uitgesproken, elk met een verschillende betekenis, maar vraag me nu niet wat (paard, tarwe en nog twee andere) Ten derde heb ik geleerd dat wat de Chinese restaurants in België serveren NIET Chinees is. Ik heb nog geen enkele Chinees, ook niet in Irkutsk, nasi goreng zien maken, de Koreanen daarentegen…En blijkbaar wordt zwarte bonensaus vrij tot zeer zelden gebruikt in China, terwijl Japan er om bekend staat. De stokjes daarentegen, blijven een vaste waarde, zowel thuis als op restaurant. Ik denk dat ik me nu wel een ‘master in the science of eatin with chopsticks’ kan noemen. De tweede dag gingen we ook op restaurant, maar het leek meer op een kleine kebabzaak. Daar werden we geïntroduceerd in de wondere wereld van ‘dumplings’. Die lijken een beetje op de Russische позы en de Mongoolse бууз, maar ze hebben een speciale Chinese toets.
De eerste avond waren we enorm moe van de veel te passieve treinreis, vreemd, maar waar. Jammer genoeg konden we niet direct gaan slapen, want de moeder moest onze dekens nog naaien...Prachtige zijden stukken stof, die 28 jaar oud zijn, werden omgetoverd in lekker warme dekbedden. In China duurt het opmaken van een bed nog eens een extra halfuur. Twaalf (!) verschillende soorten hoeslakens werden over de matras gespannen en dan mochten we genieten van een echt Chinees bed. Waar de ouders slapen weten we nog steeds niet, want na een kleine inspectie door het huis, blijkt dat er buiten ons bed slechts één ander bed in huis staat en dat is van de dochter...
Vader Chen Zhilang helpt ons alle uitstapjes te plannen en geeft ons tips en tricks voor ticketjes, metrostations enz. Zo vonden we zeer gemakkelijk de weg naar de 'Temple of Heaven', een buitengewoon park met een nog buitengewonere tempel. Overal waar je kijkt, zie je goud, groen, rood, blauw, draken, phoenixen, kraanvogels en nog veel meer! De heaven stond aan onze kant, want er was geen wolkje aan de lucht. De volgende halte was het Tian'anmen plein, het grootste ter wereld. Ik kan beamen: het is zeer groot. Na een niet zo grondige security check kwamen we op het plein met in het midden een enorme zuil en langs alle kanten belangrijke staatssgebouwen waaronder het presidentieel paleis en het voormalig keizerlijk paleis. Dat was onze volgende stop, ware het niet dat we eerst door enkele jongens werden meegeloodsd naar een tentoonstelling van hun werk. Zij waren in Peking met hun school. Eén van de jongens studeerde kalligrafie en een andere 'waterverfschilderen'. Prachtige werken hingen daar en bovendien gaven ze ons een blad met onze namen en een wens in het Chinees als nieuwjaarsgeschenkje. Uiteraard probeerden ze ons hun werk te verkopen, maar wij zijn ook maar arme studenten. Dat heeft de vrouw van een souvenirwinkeltje aan de rand van het Tian'anmen plein ook geweten. Ik heb zelfs niet eens zo hard mijn best gedaan, maar kreeg supermooie jaden oorbellen voor 50 yuan in plaats van 120! Cheeeck!
Het paleis nu. Om het met één woord te zeggen: reusachtig. Na elke hal kwam er nog één (hier kleedde de keizer zich om, dit is de hal waarin hij praatte over politiek, hier koos hij zijn concubines uit,...) en langs de kanten waren er nog paviljoenen en huizen of tuinen om te bezichtigen. Jammer genoeg was het niet zo warm als we dachten en hebben we er toch maar een klein vaartje achter gezet. Aan de noorderlijke poort zagen we nog een park met een torentje op een berg. De zon scheen er zo mooi op, dat we besloten onze kou nog even te verbijten en een kijkje te gaan nemen. Speciaal was het niet echt, mooi des te meer, maar koud nog meer. In de zomer loopt het daar sowieso vol met toeristen en Pekinezen die gewoon zin hebben in een rustige wandeling. Onze toeristische sightseedag besloten we met een lekkere, maar veel te dure cappuccino en een taxirit die ons de hele stad rondreed om een extraatje te verdienen. Al bij al een geslaagde dag Peking, op naar de volgende.
Die kenmerkte zich, zoals de vorige, door een helblauwe hemel en een schitterende zon. We namen de metro naar het noorden richting 'Zomerpaleis'. Uncle Chen raadde ons aan een gids te nemen of tenminste een audiogids. Zo gezegd zo gedaan: we namen een audiogids. Zo oefenden we ineens ons Duits nog een keertje. Jammer genoeg sprong de automatische gids niet altijd automatisch aan, waardoor we op een gegeven moment drie kilometer verder waren dan gepland en we na een tijdje vde weg volledig kwijt waren. Noch de wegwijzers, nog onze kaart, noch de audiogids gaf een duidelijk beeld over onze positie. We volgden dan maar een groezelige oude man die ons de hele tijd wenkte en met succes! We zaten weer op pad en konden verder het prachtige park met zijn vele verschillende paviljoenen, pagodes, meren, tempels met reusachtige boeddhabeelden, theehuisjes enz. bewonderen. Het enorme meer in het noorden van het park was volledig bevroren, waardoor er al snel mensen een 'shortcut' over het ijs namen. Overal stonden bordjes die zeiden dat je niet op het ijs mocht lopen, maar ja, whatevaaah! Ik vertrouwde het zaakje niet helemaal, maar toen ik zag dat het ijs wel degelijk meer dan 15 centimeter dik was, kon ik het niet laten. Ik moest erop. Zo speciaal was het uiteraard niet, maar op sommige plaatsen was de bodem door het ijs zichtbaar...stoer! Na het interessante en pràchtige zomerpaleis, wilde ik ook eens een kijkje gaan nemen bij het 'vogelnest'. Ik had gezien op de kaart dat het Olympisch centrum niet zo heel ver van ons verwijderd was. We namen de metro en stapten uit. Een enorm lange en brede weg spreidde zich voor ons uit. Het  'vogelnest' was direct zichtbaar en eerlijk gezegd, nog lelijker dan op foto's...Aan de andere kant van de weg stond het enorme watercomplex. De architectuur past absoluut niet bij die van het Olympisch sportcentrum, maar was op zich wel al mooier. We wandelden verder naar de volgende metrohalte en werden onderweg altijd aangesproken door Chinese straatventers met modellen van het Olympisch sportcentrum. Overal waar je gaat of staat in China, komen de venters als vliegen op je af, zeker als je buitenlander bent. Maar ondertussen ben ik het al gewoon en heb er niet zoveel moeite meer mee. Sommige zijn heel begripvol en als je 'nee' zegt is het ook 'nee' en laten ze je met rust. Maar andere volgen je zodanig hard, dat je bijna naar de politie zou stappen om het aan te geven voor stalking. Daar heb ik wél nog moeite mee en vind het moeilijk om me niet kwaad te maken.
's Avonds had de moeder Bai zelf gekookt. Twee verschillende slaatjes, Chinese champignons met een soort kool, waarvan de naam me ontglipt, een overschotje van in het eerste restaurant en uiteraard rijst. Weeral heb ik me propvol gegeten en weer had ik er geen spijt van. Ik ben een echte fan van (echt) Chinees eten.
De volgende dag planden we om naar de Chinese Muur te gaan, maar we hadden nog geen tickets besteld of gekocht. Uncle Chen had de oplossing. 'Je neemt gewoon de reisbus aan Tian'anmen square, daar kan je tickets kopen. Weet je wat, ik ga gewoon mee.' Hij belde zijn conferentie af en ging wel degelijk met ons mee.
's Morgens om 6 uur klopte hij op onze deur, we moesten snel zijn anders was er te veel volk. Hij was waarschijnlijk vergeten dat het januari is en dat er nu helemaal niet veel toeristen zijn. We waren met andere woorden veel te vroeg en moesten wachten. Dan gingen we maar naar een of ander klein en smerig steegje om te ontbijten. Een typisch Pekings ontbijt, maar vergeef me nog eens, de namen van de gerechten gaan er het ene oor in en er het andere uit, ik weet enkel nog dat het zoals ik al gewoon ben, enorm lekker was. Onze eerste stop was de Mingtombe van Dingling. Ik verwachtte er veel van, omdat ik zeer geïmponeerd was door de catacomben in Parijs en Rome. Maar dit was heel andere koek. Het leek een beetje op het fort van Edegem, maar dan onder de grond, niet heel interessant. We hadden ondertussen wel al nieuwe Chinese vrienden gemaakt die Chen hielpen de gids te vertalen, al lukte dat over het algemeen niet zo heel goed. Geen gids voor ons dus, maar vond ik dat erg? Euhm nee. Het vrouwmens had de héle busrit, die meer dan een uur duurde, gebabbeld, aargh, gelukkig had ik mijn iPod meegenomen. De twee meisjes leken superjong maar bleken dan vier en acht jaar ouder te zijn! Whaaat? Terwijl zij ons wel ouder schatten dan we zijn. Chinezen hebbe met andere woorden een megababyface. En ja, nog altijd vind ik dat sommige Chinezen echte hotties zijn.
's Middags aten we in een restaurant waar naar alle waarschijnlijkheid alle georganiseerde tours aten. De benedenverdieping was een geïmproviseerd museum over jade en ook deze gids zweeg voor geen minuut. Ratelen dat die Chinezen doen, fjoew! Het eten zelf was weer enorm lekker, als was het gewoon vet (!) in een of andere saus. Wat me zeker zal bijblijven is dat je hier veel gerechten besteld, vis of vlees maakt niet uit, pikant, zoet of zuur, maakt ook niet uit, en dat iedereen deelt met elkaar. Elke persoon heeft meestal een kommetje rijst waar hij of zij stukjes vlees of vis of groentjes bijdoet. Hier nemen ze je bord ook niet meteen weg als je gedaan hebt, hier ga je gewoon direct weg wanneer je gedaan hebt. Het gevolg: buikpijn, want ik eet altijd veel te veel. Gewoon omdat het allemaal zo lekker is.
De volgende stop was de Muur. Uiteraard is de omgeving helemaal gecreëerd als een pretpark. Een enorme parking, restaurantjes, winkeltjes, zelf een mega billboard van de Olympische Spelen, dat het hele uitzicht verstoorde. Je kon er zelfs een achtbaanachtig iets nemen naar beneden... De Muur zelf is gigantisch en vreemd. Hoe hebben ze dat ooit kunnen maken. De foto's liegen niet, de Muur sligert wel degelijk naar alle kanten en gaat de ene heuvel op, de andere af. Wij waren geen woesies, zoals de rest van onze groep en namen in plaats van de eitjes, de trappen. Maar na vijf stappen was ik al dood. De trappen van de vorige dagen hebben me uitgeput en mijn benen protesteren bij elk opstapje dat ik neem. Maar zoals ik al zei: ik ben geen woesie, dwong ik mezelf om naar boven te gaan. Het uitzich was prachtig en hé, ik kan nu vol fierheid zeggen: «Ik heb de f*cking Chinese Muur beklommen!» 's Avonds nam Uncle Chen ons mee naar een restaurant op de belangrijkste en oudste winkelstraat in Peking. Het restaurant was meer dan 270 jaar oud en verkocht gestoomde dumplings, 'shaomei', als ik me niet vergis. Ik vond deze persoonlijk veel lekkerder als de gewone, maar dat is natuurlijk kwestie van smaak. De twee Chinese meisjes hadden dit soort dumpling ook nog nooit gegeten, want blijkbaar was het een Pekingse specialiteit...graaf! Daarna liet Uncle Chen nog belangrijke winkels zien. Een soort supermarkt, waar de Chinezen 'fruit' kopen als ontbijt, winkels die zijde verkopen, een traditionele schoenenwinkel, de allereerste cinema in Peking en het kruidencentrum. Op de eerste verdieping bevindt er zich een apotheek, maar uiteraard verkopen ze daar enkel medicijnen uit kruiden, ik dacht meteen aan mijn lieve moeder, die dokter Vögel meteen links zou laten liggen en een mandje volladen met Chinese homeopathische pillen. Op de tweede verdieping verkochten ze de kruiden zelf, waaronder ginseng. Ik wilde misschien wel een beetje meenemen, ware het niet dat dat allemaal pokkeduur was. Soms meer dan 1000 yuan (1 yuan = 8,5 euro) voor een mini-minibeetje. Dan moet ons mama het maar blijven doen met dokter Vögel.
Onze laatste dag zouden we vullen met shoppen, shoppen, shoppen. In China is alles made in China en dus supergoedkoop en vaak kun je er nog meer dan de helft van de prijs afdoen, zalig! Als je even geïnteresseerd blijkt, geven ze het bijna gratis weg, ze willen precies van hun koopwaar af...vreemd. 's Morgens echter, dachten we eerst iets anders te doen. De vader had ons nog de Lamatempel aangeraden, de grootste in Peking, maar na een week zonder douche, omdat er ofwel enkel ijskoud water was, ofwel het putje vertopt was door zwart Chinees haar en omdat het weeral twee maanden bij mij geleden was, gingen we naar de kapper. Om de vijf meter vind je wel een haarsalon en dus stapten we het eerste het beste binnen. Direct kregen we allerlei vragende blikken, maar dat deerde ons niet. Ik probeerde zo goed mogelijk uit te leggen wat we wilden, want Engels is geen vereiste voor een kapper. Mijn kapper verstond wel goed wat ik wilde, aangezien ik besloot geen nieuw kapsel te proberen, dat was misschien het gemakkelijkste. Haar uitdunnen kenden ze blijkbaar niet. Ik dacht constant in mezelf: «Gast, zie je net dat mijn haar veel de dik is, please dun het uit.» Maar jammer genoeg kon hij geen gedachten lezen. Maar goed, mijn haar is weer wat korter en voor 15 yuan (nog geen 2 euro!!!!) mag ik zeker niet klagen.
In de omgeving van de Lamatempel stond duizenden venters met wierook te leuren. Pas toen we binnenkwamen, begrepen we het. Nog steeds gaan de Chinezen daarnaartoe om te bidden. Het is een soort Mekka voor hen, een tweede Lhasa. In elk gebouw stonden minstens drie Boeddhabeelden, de een al wat blauwer dan de andere en in het laatste paviljoen stond een beeld van meer dan 18 meter hoog, gesneden uit één enkele boom! Indrukwekkend! Ik denk wel dat ik genoeg boeddha's heb gezien voor een jaar.
Om te eten had ik een leuk spelletje. Magali duidde met haar ogen toe een metrostation aan en daar ergens zouden we een restaurantje zoeken. Het werd station Dongdin. Een kruispunt van enorme drukke straten met aan de zijkanten wolkenkrabbers waarin winkels als MaxMara, Chanel enz. huisden. Geen spek voor onze bek dus. We wandelden een beetje verder en vonden een reastaurantje dat gespecialiseerd was in thee, een theehuisje dus. Ik nam dan ook mango-groene thee met aloeblokjes in. Superlekker! Na ons middagmaal wilden we weer naar de shoppingstraat gaan om...te shoppen. We waren niet echt in de richting en moesten een uurtje wandelen, over het Tian'anmen plein, langs het voormalig keizerlijk paleis enz. Onze shoppingdag was zeker geslaagd, want Magali en ik hebben een keer zot gedaan en respectievelijk een Chinese T-shirt en kleedje gekocht. Check!
In de Jiaomen north street stond de hele familie Zhilang te wachten op ons. In China is het namelijk de gewoonte dat bij het vertrek van iemand, de hele familie samen dumplings maakt en eet. Zalig! Ik ben er geen krak in, maar wil het zeker proberen maken, wanneer ik terug ben.
Over het algemeen was het een zotte trip naar Peking en ik heb absoluut geen spijt dat ik daarvoor anderhalve dag in een veel te warme trein heb gezeten.




vrijdag 7 januari 2011

Achtergrondgeluid: Duitsers die net zijn aangekomen in ons hostel.


Na de eerste dag, kwam de tweede. En wat voor één. Enkele mensen uit het hostel wilden naar de ‘zwarte markt’ gaan. In mijn oren klonk het als muziek: de ‘zwarte markt’… Dus wilde ik uiteraard mee. Eerst moesten we echter nog vanalles regelen. Ons visa voor China, waarvoor we in- en uittickets nodig hadden en die hadden we natuurlijk niet. Iemand van het hostel ging ons helpen met de tickets naar Irkutsk en Peking, maar zijn voorstel klonk een beetje risky. Hij zou voor ons ergens ‘bij vrienden’ een heen- en terugvliegtuigticket regelen naar Peking, gewoon om te tonen in het Chinese consulaat en daarna zou hij ze cancelen. Oke dan… Hij waarschuwde ons ook voor de vele vragen en hij vond het eigenlijk niet zo’n goed idee om bij de ouders van Zhiyu te logeren. In het consulaat vroegen ze een geprinte bevestiging van het hotel. Wij zijn dan maar met een klein hartje naar het consulaat gegaan. Bleek dat ik ook een gekleurde foto nodig had en ja, typisch, ik had enkel zwart-wit foto’s. Op zoek naar een fotograaf dan maar. In Ikrutsk vind je op elke hoek een fotograaf met photoshop, maar in Ulaanbaatar is het een hele opgave! Niemand spreekt Engels of Russisch, of slechts een klein klein beetje. Uiteindelijk vonden we iemand die verstaanbaar Engels sprak. “dat weet ik niet hoor, jullie moeten meer zuidwaarts gaan denk ik”, zei hij. Damn! De winkel ernaast was een winkeltje met kantoorspullen, maar we zagen blauwe en witte schermen hangen. “Photo?”, vroegen we; “Yes, yes.” Inderdaad: yes!  Blijkbaar weten handelaars ook niet welke winkels er naast hen liggen…In het consulaat moesten we niet wachten, het ging zeer vlug vooruit. We gaven de bediende onze aanvragen en hij vroeg onze tickets en hotelbevestiging. Ik floepte er maar uit dat we bij ouders van een vriend bleven slapen, we alle gegevens hadden en ze ons van de vlieghaven kwamen halen. Het meeste is ook waar. “Can I keep them?” vroeg hij plots. Waarom niet? Hj werkt toch in het conslaat, hij mag toch vragen wat hij wil? Dat was een vreemde vraag en ik vertrouwde het zaakje niet helemaal. “U mag ze komen halen vrijdagmiddag.” Zo gemakkelijk?! Helemaal vreemd, maar we zouden wel zien vrijdag. Ondertussen deden we gewoon voort en gingen we naar de ‘zwarte markt’. Blijkbaar is die betalend en uiteraard wilden we er niet voor betalen. De Nederlander Bart en de Italiaan Roberto wisten een andere weg, langs de achterkant. Toen we daar aankwamen zagen we een troep mensen over een omheining klimmen, maar het leek niet zo gemakkelijk. “Come with us, we know an easier way”, zei de Italiaan. Een eindje verder waren er gaten gemaakt in een muur, zodat er een trapje ontstond. We moesten er allemaal overklimmen en dan waren we binnen! De markt was enorm en je vond er alles. Van knopen tot autobatterijen. En uiteraard niet duur, hoewel de Mongolen blijkbaar niet zo van afdingen houden als Russen. Als we het nog te duur vonden, was het maar pech voor ons. John, de Koreaanse Amerikaan heeft een Mongoolse pelshoed gekocht en heeft wel enorm kunnen afdingen, maar andere zaken hadden een vaste prijs. De verkopers weken er niet van af. Over het algemeen was het een goede ervaring, wel ijskoud, maar dat hebben we dan ook weer gehad. In het theehuisje dronken we een soort zoute thee gemaakt uit melk. Voor nog geen 2 eurocent.

De volgende dag hadden we een tour gevraagd naar het nationale park Terelsj. Blijkbaar is er een scene uit ‘the Lord of the Rings’ daar gefilmd en dat kan ik geloven. Na annderhalf uur rijden zagen we niets anders dan besneeuwde prairies, bergen en rotsen die zo uit westerns kwamen. Toen we aan ons ‘jurt’, een traditionele Mongoolse nomadentent, aankwamen was ik volledig verbijsterd. Een prachtige omgeving, niets anders in de buurt, buiten twee andere ‘jurts’ waar mensen woonden, wilde paarden, koeien, een kameel, honden en bergen, rotsen, sneeuw en stilte. Oorverdovende stilte. Het was jammer genoeg iets te kkoud om lange wandelingen te maken, maar zelfs vijf minuten buiten zijn relaxerend genoeg om een hele maand verder te kunnen. ’s Avonds wilde niemand buiten gaan om naar de wc te gaan, maar eens buiten viel onze mond open van verwondering. Wat een sterrenhemel! In de namiddag was er een uurtje paardrijden voorzien. De vijtien jaar oude gastheer had ze even ervoor gaan vangen en gezadeld. Het was van mijn negen jaar geleden dat ik nog eens op een paard had gezeten, maar gelukkig wist ik de basis nog. Op het einde, toen ik helemaal verkleumd was, maande de jongen de paarden aan om te lopen. Aaah, een kleine draf kon ik nog aan, maar plots besliste mijn paard in galop te gaan. Gelukkig ben ik niet gevallen en stopte mijn paard na een tijdje zelf met lopen. Weer een hele ervaring, maar daarna moesten we wel een kleine twee uur aan de houtkachel zitten om op te warmen.
Op de markt hadden we twee Engelsen ontmoet die ook al in een ‘jurt’ hadden geslapen en ze vertelden ons dat er ’s nachts om het uur iemand de houtkachel kwam bijvullen, maar bij ons dus niet… Eén keer is de vader van de jongeman gekomen om houtskool te brengen, maar verder was het onze taak het vuur brandende te houden. Ik bereidde me mentaal voor op een tweede Crzy tournacht, maar verbazingwekkend bleef die uit. De slaapzak die we hadden gekregen, was de warmste die ik ooit heb gehad en zelfs toen de temperatuur in onze ‘jurt’ (waarschijnlijk) onder nul zakte, had ik het aangenaam warm. Ik sliep zelfs in mijn topje en mijn sexy panty’s! Het was weer een enorme ervaring en ik heb goed gerelaxed, een van de hoogtepunten van mijn volledige vijd maanden weg van huis.
Omdat Caroline vegetariër is en ze al enkele dagen niets anders eet als rijst en aardappelen besloten we te gaan eten in het vegetarisch restaurant om de hoek. Ik snakte ook wel naar groenten. Het bleek geen vegetarisch, maar een veganrestaurant te zijn. Ach ja, dat is ook eens iets anders. Aan de muur hing een televisiescherm waarop een of andere zender ons de gevaren vertelde van een carnivorisch bestaan. “ Elke dag sterven 20 000 mensen aan de gevolgen van overmatig drugsgebruik. Be veg, be green 2 save the world” Euhm… Oke dan. Buiten de vreemde televisie, was het eten superlekker. Eindelijk nog eens een goede pompoensoep gegeten, verse spinazie en een spicy pangerecht van tofu, fakevlees, champignonnen, worteltjes en als dessert een zelfgemaakt ijsje van banaan, appel en sea buckthorn, wat gewoon cassis bleek te zijn. Na bijna vijf maanden van vettig en zoet eten, smaakte de groenten zo goed en voor maar 5 euro konden we uiteraard niet sukkelen.
Vandaag is onze laatste dag in Mongolië en we weten niet wat te doen. In Ulaanbaatar, zoals ik al heb gezegd, is niet veel te zien en dus zitten we maar wat op onze kamer. Misschien gaan we straks nog enkele souveniertjes kopen, omdat ja, dat moet gewoon he.

dinsdag 4 januari 2011

Achtergrondgeluid: de Mongoolse televisie en het gebrabbel van de gastvrouw en -heer.


Het was de bedoeling het deze week een beetje rustig te houden, want mijn sinussen zijn weer volledig toe en mijn hoestje voorspelde niet veel goeds. Uiteraard besliste het lot echter anders over mijn week.
We hebben geen internet meer in onze kamer, omdat we niet wilden betalen voor een hele maand, terwijl we nog maar een week in Irkutsk zijn. Zonder internet moesten we dus andere bezigheden zoeken. En daar heeft het lot ons bij geholpen.
Maandag hadden we ons eerste en laatste examen en al vlug werd duidelijk dat zelfs examen een groot woord was. Enkele klasgenoten hadden niet begrepen dat het géén openboekexamen was…De leerkracht zelf wilde af en toe haar relatie met de leerlingen versterken en ging daarom een paar keer met de mensen op de gang praten. Hup, deur toe…Daarmee versterkte zij wel het gevoel van een openmondexamen te geven. Eén Chinees dacht in 1 tegen 100 te zitten, want hij belde een hulplijn vlak voor de neus van de leerkracht, die er klaarblijkelijk niets op tegen had.  Nu ja, het examen was een fluitje van een cent, ook al omdat ik syntaxis gewoon leuk vindt. Ik zal mevrouw Heyndrickx toch gelijk moeten geven: grammatica is tof!
Woensdag was het de laatste dag in ons klasje en dat zouden we in stijl afsluiten. De Chinezen mochten een restaurant kiezen en ons inwijden in het fenomeen karaoke. Het restaurant zelf lag in de Chinese wijk en net zoals in Antwerpen, loop je er liever niet te lang rond. Ergens op het einde van een steegje vonden we onze klas terug in de kelder van een verbazingwekkend chic hotel waar een karaoke-installatie stond. Ik heb twee vrij tot zeer stomme Engelse liedjes gezongen, maar er stond niet anders op dan ‘The winner takes it all’ en ‘Hey Jude’. En ik mag me misschien in China voelen, het Chinees beheers ik nog steeds niet. Eén jongen kon vrij goed zingen en hij heeft wel degelijk enkele keren zijn keel opengetrokken, en enkele flesjes bier. Chinezen hebben niet zo’n groot schaamtegevoel tegenover hun leerkrachten, want ja, zij zat er ook bij. Het eten was superlekker en op het einde bleven we nog met negen over en bleek dat we nog 1500 roebel konden opsouperen. Allright! De ruimte veranderde al snel door het romantisch sfeertje dat er hing. Het licht was namelijk overal uitgevallen en we begonnen aan een avondje bij kaarslicht, met 1500 roebel, gezellig.
De volgende dag was ik ziek en moest ik bijles gaan geven. Allemaal goed en wel, maar dan besloten we de rode kerk te gaan bezoeken, die dicht bij onze leerling is gebouwd. Uiteraard kwam er geen tram en gingen we maar te voet op weg, met als gevolg dat we een beetje verkleumd waren en mijn hoestje nog een graadje erger werd. Maar toen we daar aankwamen, waren we die peitlulligheid volledig vergeten, want de kerk waq één van de mooisten die ik al heb gezien. Klein, eenvoudige architectuur, maar prachtig versierd! Overal goud en kitscherige motieven op de muren. Prachtig gewoonweg! Om terug te keren naar de общежитие, besloten we toch maar de tram te nemen. Uiteraard moesten we lang wachten, voor de gevangenis, een buurt waar je ook liever niet komt…We waren nog steeds verkleumd en uiteraard kwamen er daarna geen bussen. Na een kwartier wachten, zijn we even in een winkel gegaan om op te warmen, maar zoveel hielp het niet. Uiteindelijk zijn we thuis geraakt, maar we moesten na een halfuur alweer vertrekken om nog eens te gaan lasershooten. Een vriendin van Caroline organiseerde het uitje en ze zochten nog volk. Ik vond het weer keineig en ben zelfs twee keer op de derde plaats geëindigd! Wiehaa. Daarna gingen we vrij impulsief mee naar een Irish Pub niet ver van onze общежитие voor een drankje na de vermoeiende ontspanning. Om elf uur moesten we terug zijn, maar het was zo gezellig dat we bleven zitten. We zouden de boze вахтер wel aankunnen. Het bier was eindelijk drinkbaar, maar onbetaalbaar. Toch hadden vele mensen blijkbaar genoeg geld op zak en bleven bestellen. Algauw bleek dat de helft echt wel genoeg op had, ik ook, maar ik was zo nuchter als een klontje. Ik genoot waarschijnlijk te veel van gewoon nog eens een keertje gezellig op café te gaan. Nu ik erover nadenk, was dat de eerste keer sinds ik hier ben. Ze lieten zelf een stuk van de livedvd van Muse in het Wembley stadion zien. Allright!
Er kwamen ook twee Russen bij ons zitten, die al de hele avond whisky-cola dronken. Eén ervan was leuk, de andere was ‘nen ambetante zatte’. Ik wilde mee poker spelen met een nog nuchter Russisch meisje en hem, maar hij wilde zijn fiches niet afgeven om een nieuw spel te beginnen. Hij had die al gewonnen en wilde ze bijhouden, terwijl we niet eens voor geld speelden!
Omdat ik me na een tijdje verveelde begon ik wat afgezonderd van de zatte bende tv te kijken, naar…euh…Marilyn Manson. De kelner, die ons al de hele tijd in het oog hield, begon plots met mij te praten. Hij was heel vriendelijk, jonger dan verwacht, zit in het leger en wilt meevechten in Tsjetsjenië en was vroeger een skinhead…Een beetje creepy, maar hij heeft ons wel naar huis begeleid en heeft de вахтер alles uitgelegd. Gelukkig had Willem daarvoor ook al naar Magali gebeld, zodat zij haar zou kunnen waarschuwen voor een te-laat-thuiskomende bende.
Het grappigste van de avond was de rekening. Er was een hele heisa over de rekening omdat die zo hoog was, meer dan 5000 roebel meerbepaald. Iedereen kwaad op de Russische vrienden van Caroline die waren vertrokken zonder te betalen. Maar ik bekeek de rekening en ik zag geen wodka staan, geen cola en geen frieten met een braadworst, niets van wat de Russen hadden besteld. Het was wel degelijk onze rekening! Een pintje kostte gewoon vijf euro en als je er een paar drinkt, dan ja, telt dat natuurlijk op.
De volgende dag was het de 31e december, oudjaar. We wilden pizza gaan halen in de pizzeria aan de andere kant van de straat, maar die sloot juist. Dan werden het maar diepvriespizza's van in de winkel. We waren ook geen heel grote groep, aangezien niemand echt had gevraagd naar de plannen van iedereen en ik ging er van uit dat er wel een paar mensen in de общежитие zouden blijven. Omdat de gesprekken vaak stilvielen, en we maar wachtten tot het twaalf uur werd, begonnen we maar spelletjes te spelen. Een drankspelletje dat ik heb geleerd op het afscheidsfeestje van Brett, black box, dat blijkbaar niemand kende (!), time’s up, enz. Het was wel heel gezellig. In onze keuken staat nu trouwens een kerstboom, die zo hard flikkert dat het lijkt alsof je aan de drugs bent…Denk daarbij nog een flikkerende lichtslinger en je hebt het perfecte middel om ’s nachts wakker te blijven. Naar traditie gingen we naar buiten om twaalf uur ’s nachts en voor de eerste keer in mijn leven, was er ook echt keiveel volk buiten, zelfs kleine kindjes die van de ‘glijbaan’ sleeden. Een vrolijk gezicht over het algemeen: een reusachtige kerstboom in het midden van het plein, kinderen die sleeden en vuurwerk, véél vuurwerk. Overal waar je keek zag je vuurwerk. Het enige nadeel was, dat het echt gevaarlijk was. Mensen, zowel volwassenen als kinderen, die de pijlen gewoon vasthouden en afschieten of twee meter naast je of gewoon waar je staat. Er is een pijl vlak aan mijn voeten ontploft en even dacht ik dat ik aan één kant doof was geworden. Gelukkig ging de pieptoon vrij snel weg. We konden niet lang blijven, want de koude werd ondraaglijk. Dan hebben we verder gebabbeld, gedronken, gespeeld en gewacht tot zeven uur ’s morgens, want dan was het ook nieuwjaar in België. Uiteindelijk lag ik in mijn bed iets na acht. Все нормально! Nu op naar Mongolenland en het land van de rijstvreters! Wiehaaah!

Doordat het internet niet meer werkt en ik geen zin had om speciaal in de kou naar een of ander internetcafé te gaan, zal ik gewoon verdergaan met mijn verhaal.

Ik zit op dit moment op de sofa in het ‘UB Guesthouse’ naar de Mongoolse televisie te kijken. Het hostel valt zeer goed mee: simpel, maar proper, gezellig en vriendelijke mensen. Ik heb al kennisgemaakt met drie Amerikanen, een Fransman die in Irkutsk woont en Clément kent (!), een Italiaan en een (ja, ze zitten overal) een Nederlander. De trip hierheen viel ook vrij goed mee, we hebben het merendeel geslapen, maar  als we niet sliepen, stonden we stil. In totaal 8 uur!!! Eén keer in Russisch staatsgebied en een andere keer op Mongools territorium. Uiteraard waren er weer enkele kleine problemen: ik was onder andere mijn migratiekaart vergeten, maar dat was snel opgelost. Beka zei dat ik geluk heb gehad dat ze me geen boete hebben gegeven. Ik was voornamelijk blij dat ik niet de hele rit terug naar Irkutsk moest. In Mongolië zelf werd Beka plots aangemaand mee te gaan met de politie…We hadden absoluut geen idee waarom. Na drie kwartier kwamen ze ook Magali halen en even later kwamen ze allebei terug. Het bleek een probleem dat Beka had opgeschreven dat hij ‘maar’ 5000 roebel bijhad, terwijl Caroline 2000 had opgeschreven. ‘Om hier in Mongolië op reis te gaan moet je minstens 30 000 dollar hebben! Waaat?! Ja, dat zal wel. Zelfs de conductrice vond dat ongelooflijk. Enfin, uiteindelijk konden we de politie toch nog overtuigen dat hij wel degelijk samen met ons studeert en dat hij niet wilde werken in Mongolië…wie wilt dat nu?

Vandaag was onze eerste dag in Mongolië en hebben we de stad verkend. Zelf had ik er niet veel van verwacht en dus vond ik het wel gezellig, maar koud. Hoewel het hier wel iets minder koud is als in Irkutsk, was ik toch volledig bevroren na een kleine wandeling naar een of ander klooster midden in de stad, achter een parking. Vreemd. ’s Middags hebben we ergens in een Koreaans restaurantje gegeten en het was vreemd om weer een keertje volledig niets te verstaan en zelf ook volledig niet begrepen te worden. Vanavond gaan we weer op restaurant, veeeel te goedkoop om het niet te doen. Hier wordt zelfs de roebel nog eens gedeeld door veertig, waardoor ik nu meer dan 180 000  in mijn zak heb zitten. Ik heb me nog nooit zo rijk gevoeld!  Money, money, money, it’s so funny…in Mongolia.

vrijdag 24 december 2010

Achtergrondgeluid: pratende mensen in de keuken, aan het wachten op het kerstdiner.


Liefste dagboek,

23 december: een ware KUTDAG! Meer nog, het was een KUTWEEK.
Eerst en vooral kregen we onze punten, allemaal goed en wel, maar het systeem dat ze hier hanteren dateert volgens mij nog van het Oude Nabije Oosten… Onze punten worden opgeschreven op kleine papiertjes de zogenaamde зачетные листочки. Die moesten we gaan halen bij het dekanaat van de internationale faculteit, allemaal goed en wel, ware het niet dat we ook Duits volgden…in een andere faculteit. We vroegen in ‘the international office’ waar we het papiertje voor Duits moesten halen. Zei zeiden in het dekanaat. Wij dus naar het dekanaat. Daar zeiden ze in ‘the international office’. Wij dus de volgende dag weer naar ‘the international office’. Daar zeiden ze weer in het dekanaat. Wij beslisten om de laatste keer naar het dekanaat te gaan. Daar zeiden ze plots dat we aan onze leerkracht Duits zo’n papiertje moesten vragen. Jenny, onze leerkracht, kwam volledig uit de lucht vallen. Zij is Duits, vindt het Russische systeem ook wat dubieus, maar heeft een gouden hart. Zij ging zelf eens horen in ‘the international office’, het kantoor waar we met al onze vragen moeten zijn.  Daar zeiden ze dat de briefjes in het dekanaat lagen. Zij naar het dekanaat. Daar zeiden ze dat ze die moest halen in het dekanaat van Duits. Zij met ons naar het dekanaat van Duits. Daar zeiden ze dat ze op het dekanaat van de internationale faculteit lagen. Grr. Wij dus nòg eens naar onze faculteit. Zegt de vrouw daar doodleuk: “Ah ja, jullie briefjes. Jullie hebben er lege nodig zeker?” WAAAAAAT??????!!!!!! Vinden die ons te dik en willen die ons dwingen om een betere conditie te kweken of wat?
Enfin, onze briefjes hadden we, ons punt ook, nu de handtekening. Er stond op dat de faculteit waarin het vak wordt gegeven het briefje moest ondertekenen. De faculteit van Duits, met andere woorden. Daar zeiden ze echter dat de internationale faculteit een handtekening moest zetten. Wij dus naar ons dekanaat. Daar zeiden ze dat het dekanaat van Duits moest handtekenen. Zucht! “Maar daar zeiden ze dat u dat moest ondertekenen?” “Ah? Echt? Ладно, ik zal wel tekenen.” Tot zover de briefjeskwelling.

Next. Mijn punt van Geschiedenis. Ik heb al een keertje zitten klagen over het feit dat ik een vier heb en Magali een vijf, terwijl dat absoluut onmogelijk is. Ik had namelijk twee punten meer op een test en een keer geantwoord in de klas.
Hij riep eerst de mensen met een goed punt naar voren en die mochten dan gaan. Toen hij mij naar voren riep vroeg hij of ik tevreden was met een vier. “Ja, maar ook niet.” “Ga dan maar terug zitten en wacht even.” Grr. Nadat alle ‘goeien’ buiten waren, begon hij: “Schrijf deze vragen op, het antwoord en geef ze af.” Ik dus terug naar voren, omdat ik geen test wilde maken. “Mijnheer, ik wil gewoon even iets weten, want ik denk dat u zich heeft vergist.” En ik leg het uit, maar midden in mijn uitleg onderbreekt hij mij. “Ja, maar ik heb toch juist geteld: vijf plus vijf plus…” Begon hij al de punten die hij had opgeschreven terug op te tellen. Natuurlijk kwam hij uit op hetzelfde resultaat. Ik terug: “maar mijnheer, uiteraard, u heeft juist geteld, maar ik vraag me af waarom ik hier minder heb dan haar, terwijl ik juist dezelfde punten heb.” “Ja, zij zal een keer geantwoord hebben in de les.” “Nee, meneer, dat was ik”, zei ik uiteraard. En zelfs Magali, die naast mij stond, beaamde dat. “Dat was zij, niet ik.” Zijn reactie was om te filmen. “Aaah…(denkt na)…ja, als je betere punten wilt, ga je zitten en los je de vragen op.” WAAAAAAT??????!!!!!! Ik heb heel kwaad mijn papiertje uiteindelijk toch afgegeven. Wat een *****. Willem, die altijd de les had geskipt en dus de vragen wel moest oplossen, vertelde later dat er ook Russische meisjes in de les zaten met hetzelfde probleem als mij. Blijkbaar waren zij hem openlijk aan het uitschelden en aan het roepen dat hij niet kon tellen. Terecht!

Dezelfde dag, vandaag 23 december, hadden we normaalgezien twee lessen. Maar we kregen blijkbaar onze punten. Wat hier als volgt gaat. Je geeft je papiertje af, de leerkracht zet je punt en een handtekening en je bent verder vrij. We moesten met andere woorden anderhalf uur wachten tot de tweede les! En dat was dan de nu al befaamde geschiedenisles. Waardoor we weer een uur moesten wachten, want om 13 uur zouden we repeteren voor het ‘feest’ van vrijdag. We werden gedwongen om een acte-de-présence te doen en dus moesten we ook naar die repetitie. Het was zelfs de naam ‘repetitie’ niet waard. Eerst wachtten we tien minuten tot de computer was geïnstalleerd en dan moest iedereen een klein stukje van zijn dansje/liedje voordoen. “Niet helemaal, want dat is een verrassing”, luidde het. 30 seconden, als het niet minder was, stonden we vooraan. Dat was het. WAAAAAAT??????!!!!!!

Dan kwam er nog bovenop dat we vandaag zouden eten met onze Chinese klasgenoten en we dus iets moesten klaarmaken. Geen frieten, teveel werk, maar spaghetti. Ik heb uiteindelijk de saus gemaakt, terwijl Magali uitrustte op haar bed. We kwamen in de andere общежитие en de kotmadam begon moeilijk te doen. “Waarom zijn jullie hier? Met hoeveel? Tot hoe laat? Ja, dat moet ik toch even aan de commandant vragen” Uiteindelijk mochten we tot acht uur blijven…De Chinezen waren, zoals altijd, nog niet klaar, hoewel wij zelfs al twintig minuten te laat waren. De mannen hebben gekookt, wat de gewoonte blijkbaar is en het was enorm lekker! Blijkbaar hebben we zelfs hart (ja, hart!) van een koe gegeten…maar ik moet zeggen, het was echt lekker klaargemaakt en smaakte eigenlijk gewoon hetzelfde als rundsvlees.

Daarna naar huis en eindelijk, het internet was ontdooid! Het had weer anderhalve dag platgelegen door de extreme koude. Ik kon dus bellen voor Music for Life. We hebben namelijk een poster gemaakt en iedereen aangesproken. Enkelen hebben ons gesteund en dus heb ik een telefoonkaart gekocht om lange langeafstandstelefoongesprekken te voeren. Met een kaart van 300 roebel kan ik met mijn gsm 30 minuten bellen, met Magali’s gsm anderhalf uur. WAAAAAAT??????!!!!!! Toen er eindelijk iemand opnam en ik al mijn gegevens vijf keer had herhaald en uiteindelijk zelfs een ander liedje had moeten kiezen, zei de vrouw aan de lijn: “Bedankt voor uw gift en geniet van het plaatje.” Al de mensen die hadden bijgelegd, stonden te wachten tot ik op de radio kwam. Ik vroeg dus vlakaf of ik niet op de radio kwam. “Euh euh, neen, ik denk het niet”, luidde het antwoord. “Hoe kom ik dan wel op de radio?” Ik wilde het ook gewoon even weten. “Euh, dat weet ik niet precies. Ik denk dat je daarvoor naar Brussel moet bellen, maar die nummer heb ik niet.” Uhu: WAAAAAAT??????!!!!!! Enfin, we hebben toch maar mooi een paar weeskinderen in Afrika geholpen, dat is het belangrijkste.

24 december/kerstavond: teleurstellend.
Liefst dagboek, ik wil naar huis. Na al het gezever met die puntenpapiertjes en na vandaag heb ik er genoeg van.
Op school was er een ‘feest’. Meer een soort voorstelling waarbij elke groep een dansje/liedje/toneeltje moest doen. Wij hadden een hilarisch sketchke, maar Chinezen kunnen blijkbaar niet tegen een beetje stress, want zelfs bij de vogeltjesdans zaten ze naast de maat. Het was wel grappig en ik amuseerde me, tot er een of andere journaliste veel te dicht bij mijn gezicht (hier in Rusland hebben ze blijkbaar nog nooit gehoord van ene personal bubble) en vroeg: “Ben jij van België? Heb je zin om even te vertellen hoe mensen in België kerstmis en nieuwjaar vieren?” Nee, ik heb daar geen zin in, kutwijf. Dat wou ik roepen, maar omdat ik toch iets vriendelijker ben, vroeg ik of dat niet na het ‘feest’ kon. “Nee, wij hebben geen tijd, nu, gewoon twee minuten.” Ik, uiteraard al op mijn paard: “En na de volgende sketch, dat zijn mijn vrienden en ik wil die graag zien.” “Nee, nu, liefst.” “Nee dan, sorry.” “Oke, na deze sketch.” Gewonneuh! Daarna begon ze Magali te bespelen, die al meer dan twee dagen echt een rothumeur heeft en er dus ook echt geen zin in had. Er zaten Amerikanen, Fransen, Chinezen, Koreanen, Engelsen, enz. in de zaal, maar uiteraard moeten de Belgen weer uitgekozen worden. Na vijhonderd keer gezegd te hebben dat ze gewoon geen zin had, droop de journaliste af. Toen de sketch gedaan was, ging ik dan met haar naar buiten in de gang, waar ik een veel te fel licht in mijn ogen kreeg.
“Vertel eens, hoe vieren mensen kerstmis in België?”
“Ze eten met familie, meestal kalkoen en dan geven ze elkaar cadeautjes.”
“Zijn er geen speciale tradities, zoals liedjes zingen, een rondedans (wtf), een toast uitbrengen?”
“Nee, wij hebben een kerstboom, dat is alles.”
“Ah…en nieuwjaar?”
“Ik eet meestal met mijn vrienden, dan drinken we en dan gaan we naar een feestje.”
“Mmm…(ze had precies door dat ze de foute persoon had genomen).”
Uiteindelijk mocht ik terug naar binnen en toen hing er ook een donderwolk boven mijn hoofd. De voorstelling was grappig, maar meer iets voor een lagere school. Zo kan je de universiteiten hier ook een beetje typeren: lagere of middelbare scholen. Lichamelijke opvoeding is een vast vak, wiskunde is een vak als je talen studeert…en ik heb hier mensen gepest zien worden, zoals kinderen van twaalf mensen pesten.

Ik ging na de voorstelling naar de post, om een pakje te gaan halen. Er stonden weer minstens twintig mensen voor een loket. Er waren vijf beambten aan het werk, maar toch besloten ze maar één loket te openen. Gelukkig belde Magali me met de mededeling dat er nog een pakje voor me was.
’s Avonds ging ik terug naar de post. Geen volk…oef. Ik gaf mijn twee papiertjes af en de vrouw haalde mijn twee grote pakjes vol kerstspullen. “Uw paspoort aub.” Mijn paspoort ligt nog steeds op het Mongools consulaat, maar ik had een kopie bij. De vorige keer had ik namelijk mijn paspoort niet eens moeten tonen. “Dat kunnen we niet aannemen.” Ik legde alles uit en zelfs dat ik de vorige keer mijn paspoort niet heb moeten tonen. “Dat kan niet, we nemen enkel echte paspoorten aan.” WAAAAAAT??????!!!!!! Dat betekende dus geen kerstspullen met kerstmis! Op dat moment kon ik die haar kop wel van haar dikke nek rukken en er voetbal mee spelen.

Toen ik terug in de общежитие kwam, was iedereen weg. Zelfs Magali was er niet. Ik heb dan maar mijn kerstavonddiner zielig alleen opgegeten: spaghetti. Uiteindelijk ging ik een kijkje nemen op de vierde etage en daar zaten Willem, Kwinten en Caroline ook een beetje zielig te wezen. Zij hadden ook een beetje heimwee naar hun vertrouwde kerstmis in plaats van kerstmis met een biertje en Ferrerro’s.
Gelukkig werkte het internet, had mijn liefje tijd en waren de serverproblemen bij Skype opgelost. Mijn goed humeur kwam terug. Maar, wanneer ik in bed lag en eindelijk een goede positie had gevonden, begon Kasia om een of andere obscure reden, iets te mixen!!! Om twaalf uur ’s nachts! WAAAAAAT??????!!!!!!


dinsdag 14 december 2010

Achtergrondgeluid: het klapperen van mijn tanden door de koude (16°C) in mijn kamer en het nog klapperen van mijn tanden door de koude (-20°C) van mijn wandelingetje van de bus naar mijn kamer


Beste dagboek,

Ik ben de voorbije week enorm veel te weten gekomen over de Russische mentaliteit. Zowel die van de Russische jeugd als die van de leerkrachten. We hadden geschiedenis, één van mijn favoriete vakken hier (kuch). Voor de eerste keer hadden we twee weken na elkaar huiswerk gekregen. De eerste keer ging het om de vraagjes over het hoofdstuk dat we zogezegd hadden behandeld. Ik kon er niets van. De films die we hadden gezien, waren niet echt een hulp en de rebussen van in de les al helemaal niet. De tweede opdracht was een ‘test’. Tien multiple-choisevragen over De Robbespierre, de Engelse koningen en de Tijd der Troebelen. Wikipedia to the rescue!
In het begin van de les gaf iedereen zijn taken af en de leerkracht ging achter zijn bureau zitten en begon te verbeteren. Ondertussen keken wij het einde, alleen het einde van ‘The Last Samurai’ in het Russisch en daarna een stuk van ‘Kingdom of Heaven’. Ook in het Russisch uiteraard, waardoor Orlando Bloom een echte homostem kreeg.  Bedankt!
Op het einde scandeerde de leerkracht onze punten. We kregen maximum 50 ‘баллов’. “Magali Debjor (zo lezen de Russen haar naam), 47, Elke Ramdonk, 23.”  Uhu, maar 23! En dat kon absoluut niet! Magali en ik lagen strijk en Kwinten en Willem lachtten me ook uit, terwijl Willem zelf maar 11 had! Ik nogal gesteld op mijn resultaten (kuch) en dus ging ik naar mijn leerkracht. Ik wilde er het fijne van weten. Uiteindelijk bleek dat ik enkel mijn ‘test’ had afgegeven en niet mijn taak van de vorige week. Ik gaf hem direct mijn blad en hij liet zijn oog er even op vallen, waarna hij mijn cijfer vlug in 43 veranderde. Al veel beter, maar nog steeds klopte zijn berekening niet. In de les krijgen we af en toe rebussen voorgeschoteld en het antwoord moet maar door de klas worden geroepen. Wie goed antwoordt, krijgt een extra punt. Een oneerlijk systeem, want alle Chinezen hebben een digitaal woordenboek, waardoor ze alle onbekende woorden direct kunnen opzoeken en zij zitten meestal vooraan, omdat ze geen les voor geschiedenis hebben. Ik zit dus altijd vanachter en maak mijn huiswerk of vul een kruiswoordpuzzel in, maar één keer heb ik toch een goed antwoord gegeven en kreeg ik dus een extra punt. Dat betekent dus ook een punt meer dan Magali. In het totaal hebben wij twee ‘testen’ gemaakt. Op de eerste had ik zes en op de tweede negen. Magali had op de eerste vier en op de tweede ook negen. Volgens mijn berekeningen heb ik dus 3 punten meer dan Magali. Hoe komt het dan dat ik 43 heb en zij 47? Enfin, zò gesteld op mijn punten ben ik nu ook weer niet, dus heb ik het zo gelaten, terwijl ik nog steeds stiekem in mijn vuistje lach.
Beka had ons daarenboven ook een verhaal verteld over dezelfde docent. Hij had een examen bij hem afgelegd en hoewel hij alle vragen goed had beantwoordt, kreeg hij toch maar een 3. Beka is wél zeer gesteld op zijn resultaten en ging de confrontatie aan. Hij vroeg de docent waarom hij maar een 3 kreeg en of hij zijn examen en antwoorden mocht overlopen om eruit te leren. “Nee, dat gaat niet. Jij hebt een drie en daarmee basta”, antwoordde de leerkracht. Uiteraard is het onmogelijk dat iemand zijn examen niet mag bekijken, voor mij in ieder geval. Beka zei tegen de docent in kwestie dat hij naar de rector zou stappen, omdat hij het recht had zijn examen in te zien. “Kalm, kalm, kom morgen nog eens terug.” De volgende dag is Beka dus teruggegaan en plots stond er bij zijn naam een 5. “Mijn excuses, ik had me vergist van persoon”, klonk de uitleg. Vergist?!

Op zaterdag 11 december kookte Paul zijn lievelingsgerecht, shepherd’s pie. Dat was een opdracht voor Russisch. Dima, een Rus met volledige naam Dmitri, hielp hem daarbij, het is te zeggen: hij schreef het volledige recept op. Omdat de ovenschaal vrij tot zeer groot was, nodigde Paul enkele Russische vrienden uit om ze te ledigen. Wij kregen ook een stuk. Het was een gezellige avond, lekker eten, Russisch gezelschap, dat ik niet zo goed verstond, maar ik propeerde het wel. De gesprekken kwamen op gang: van Griekse mythes tot whisky. Paul had namelijk een fles whisky vanuit Engeland meegebracht. Na een klein uurtje was ze al op. Ik lust geen whisky, dus ik bleef er af. Dima, de volgens Magali en mij échte clichérus, kan blijkbaar niet in kleine beetjes drinken, zoals dat hoort bij whisky. Hij giet elke drank, zowel wodka als koffie, in één keer in zijn keel. Zot, die man, waarom dat vertel ik zo meteen.
Na de fles whisky soldaat te hebben gemaakt en bijna een heel pakje sigaretten te hebben opgerookt (de Russen roken aan de lopende band. Hele dunne sigaretten met fruitsmaak zijn trouwens de favoriet bij vele meisjes), ging Paul met Dima naar de winkel om wodka te halen. Toen wist ik al dat het een foute avond zou worden…De balans van de avond: een keuken vol stukken kerstslinger en kerstlichtjes, half verbrande takenschema’s, een in tweeën gebroken mes, een kwijtgespeelde brandslang, een kapotte raam, geweldig grapige filmpjes en een kleine kater…
Na de eerste fles, moesten de gasten naar huis. Om 23u sluit de общежитие en de Russen hadden al hevig gediscussieerd met de kotmadam, tevergeefs. Maar все нормально в России, want plots kwam Dima aanzetten met een brandslang. Uhu, een brandslang! Vanwaar hij die heeft gehaald, blijft me een raadsel. Het plan was om hem terug in de peda te trekken. Uiteraard kenden de Russen van het etentje mensen op de derde verdieping, die hun kamer met plezier in bruikleen gaven. Blijkbaar is het de gewoonte om zo gasten te ontvangen na bezoekuur. Dima verstopte zich eerst achter een garage en wanneer de kust veilig was, kwam hij tevoorschijn. We wierpen de brandslang naar beneden, zodat Dima zich kon vastmaken. Met man en macht trokken minstens 5 mensen hem naar boven, waaronder ik. Eerst filmde ik het hele gebeuren, maar ik kreeg het een beetje koud, ’s nachts is het hier bijna -40°C…
Na een tijdje herinnerde Paul zich dat er op de kamer van Caroline nog een fles stond. Zij was op uitstap naar het Bajkalmeer en de ramen zijn zo gemakkelijk open te krijgen, dat het een fluitje van een cent zou zijn. Ik was absoluut niet voor het plan, dat ging er net iets over voor mij. Magali heeft dan aan Kwinten gevraagd of hij toevallig geen fles meer had, gelukkig zei hij ja.
Ondertussen probeerde Paul mij te versieren als kerstboom. Mijn naam lijkt namelijk op ‘ëлка', kerstboom in het Russisch...Daarbij is onze prachtige kerstslinger gesneuveld en later ook de kerstlichtjes, die onze keuken juist zo gezellig maakten. Op dit moment hangen er dus drie aparte stukken van de kerstslinger aan het plafond. Nadat de fles van Kwinten op was, wilden Paul, Dima en nog een of andere Rus uit de общежитие toch nog de fles uit Carolines kamer halen. Ik bleef rustig in de keuken zitten, want ik had niet gedacht dat ze het meenden. Blijkbaar wel dus...Dima is weer met de brandslang vanaf ons (!) balkon naar beneden geklommen, want Caroline woont onder ons, en heeft daar de fles uit haar kamer gehaald. Pas toen ze terugkwamen en ik goed en wel besefte wat hij had gedaan, kreeg ik medelijden met Caroline. Paul zou alles uitleggen aan haar en een nieuwe fles kopen. Liefst ja! Maar dan bleek dat Dima de raam niet had opengemaakt op de gemakkelijke manier, maar blijkbaar heeft hij de hele raam gebroken...Vreemd, want niemand heeft brekend glas gehoord en hoe hij dat heeft gedaan is net zo'n groot raadsel als de herkomst van de brandslang. Nu zit Caroline zonder raam en de temperatuur buiten is ongeveer -35°C...En hoe gaat ze dat uitleggen bij de kotmadam?
Nadat hij zijn illegale praktijken achter zich had gelaten en niemand het fijne wist van de raam, ging het feestje gewoon door. Ik zat nog steeds aan tafel en praatte met Willem. Plots beseften we dat iedereen weg was en dat de klok al vijf uur ('s morgens) had getikt...Tijd om te gaan slapen dus.
Wat begonnen was als een banale huistaak, eindigde als een ongeloofwaardig, onbezonnen avontuur. En de brandslang...die ligt ergens ten strande, maar de juiste coördinaten zijn nog het grootste mysterie van dit hele avontuur...