vrijdag 7 januari 2011

Achtergrondgeluid: Duitsers die net zijn aangekomen in ons hostel.


Na de eerste dag, kwam de tweede. En wat voor één. Enkele mensen uit het hostel wilden naar de ‘zwarte markt’ gaan. In mijn oren klonk het als muziek: de ‘zwarte markt’… Dus wilde ik uiteraard mee. Eerst moesten we echter nog vanalles regelen. Ons visa voor China, waarvoor we in- en uittickets nodig hadden en die hadden we natuurlijk niet. Iemand van het hostel ging ons helpen met de tickets naar Irkutsk en Peking, maar zijn voorstel klonk een beetje risky. Hij zou voor ons ergens ‘bij vrienden’ een heen- en terugvliegtuigticket regelen naar Peking, gewoon om te tonen in het Chinese consulaat en daarna zou hij ze cancelen. Oke dan… Hij waarschuwde ons ook voor de vele vragen en hij vond het eigenlijk niet zo’n goed idee om bij de ouders van Zhiyu te logeren. In het consulaat vroegen ze een geprinte bevestiging van het hotel. Wij zijn dan maar met een klein hartje naar het consulaat gegaan. Bleek dat ik ook een gekleurde foto nodig had en ja, typisch, ik had enkel zwart-wit foto’s. Op zoek naar een fotograaf dan maar. In Ikrutsk vind je op elke hoek een fotograaf met photoshop, maar in Ulaanbaatar is het een hele opgave! Niemand spreekt Engels of Russisch, of slechts een klein klein beetje. Uiteindelijk vonden we iemand die verstaanbaar Engels sprak. “dat weet ik niet hoor, jullie moeten meer zuidwaarts gaan denk ik”, zei hij. Damn! De winkel ernaast was een winkeltje met kantoorspullen, maar we zagen blauwe en witte schermen hangen. “Photo?”, vroegen we; “Yes, yes.” Inderdaad: yes!  Blijkbaar weten handelaars ook niet welke winkels er naast hen liggen…In het consulaat moesten we niet wachten, het ging zeer vlug vooruit. We gaven de bediende onze aanvragen en hij vroeg onze tickets en hotelbevestiging. Ik floepte er maar uit dat we bij ouders van een vriend bleven slapen, we alle gegevens hadden en ze ons van de vlieghaven kwamen halen. Het meeste is ook waar. “Can I keep them?” vroeg hij plots. Waarom niet? Hj werkt toch in het conslaat, hij mag toch vragen wat hij wil? Dat was een vreemde vraag en ik vertrouwde het zaakje niet helemaal. “U mag ze komen halen vrijdagmiddag.” Zo gemakkelijk?! Helemaal vreemd, maar we zouden wel zien vrijdag. Ondertussen deden we gewoon voort en gingen we naar de ‘zwarte markt’. Blijkbaar is die betalend en uiteraard wilden we er niet voor betalen. De Nederlander Bart en de Italiaan Roberto wisten een andere weg, langs de achterkant. Toen we daar aankwamen zagen we een troep mensen over een omheining klimmen, maar het leek niet zo gemakkelijk. “Come with us, we know an easier way”, zei de Italiaan. Een eindje verder waren er gaten gemaakt in een muur, zodat er een trapje ontstond. We moesten er allemaal overklimmen en dan waren we binnen! De markt was enorm en je vond er alles. Van knopen tot autobatterijen. En uiteraard niet duur, hoewel de Mongolen blijkbaar niet zo van afdingen houden als Russen. Als we het nog te duur vonden, was het maar pech voor ons. John, de Koreaanse Amerikaan heeft een Mongoolse pelshoed gekocht en heeft wel enorm kunnen afdingen, maar andere zaken hadden een vaste prijs. De verkopers weken er niet van af. Over het algemeen was het een goede ervaring, wel ijskoud, maar dat hebben we dan ook weer gehad. In het theehuisje dronken we een soort zoute thee gemaakt uit melk. Voor nog geen 2 eurocent.

De volgende dag hadden we een tour gevraagd naar het nationale park Terelsj. Blijkbaar is er een scene uit ‘the Lord of the Rings’ daar gefilmd en dat kan ik geloven. Na annderhalf uur rijden zagen we niets anders dan besneeuwde prairies, bergen en rotsen die zo uit westerns kwamen. Toen we aan ons ‘jurt’, een traditionele Mongoolse nomadentent, aankwamen was ik volledig verbijsterd. Een prachtige omgeving, niets anders in de buurt, buiten twee andere ‘jurts’ waar mensen woonden, wilde paarden, koeien, een kameel, honden en bergen, rotsen, sneeuw en stilte. Oorverdovende stilte. Het was jammer genoeg iets te kkoud om lange wandelingen te maken, maar zelfs vijf minuten buiten zijn relaxerend genoeg om een hele maand verder te kunnen. ’s Avonds wilde niemand buiten gaan om naar de wc te gaan, maar eens buiten viel onze mond open van verwondering. Wat een sterrenhemel! In de namiddag was er een uurtje paardrijden voorzien. De vijtien jaar oude gastheer had ze even ervoor gaan vangen en gezadeld. Het was van mijn negen jaar geleden dat ik nog eens op een paard had gezeten, maar gelukkig wist ik de basis nog. Op het einde, toen ik helemaal verkleumd was, maande de jongen de paarden aan om te lopen. Aaah, een kleine draf kon ik nog aan, maar plots besliste mijn paard in galop te gaan. Gelukkig ben ik niet gevallen en stopte mijn paard na een tijdje zelf met lopen. Weer een hele ervaring, maar daarna moesten we wel een kleine twee uur aan de houtkachel zitten om op te warmen.
Op de markt hadden we twee Engelsen ontmoet die ook al in een ‘jurt’ hadden geslapen en ze vertelden ons dat er ’s nachts om het uur iemand de houtkachel kwam bijvullen, maar bij ons dus niet… Eén keer is de vader van de jongeman gekomen om houtskool te brengen, maar verder was het onze taak het vuur brandende te houden. Ik bereidde me mentaal voor op een tweede Crzy tournacht, maar verbazingwekkend bleef die uit. De slaapzak die we hadden gekregen, was de warmste die ik ooit heb gehad en zelfs toen de temperatuur in onze ‘jurt’ (waarschijnlijk) onder nul zakte, had ik het aangenaam warm. Ik sliep zelfs in mijn topje en mijn sexy panty’s! Het was weer een enorme ervaring en ik heb goed gerelaxed, een van de hoogtepunten van mijn volledige vijd maanden weg van huis.
Omdat Caroline vegetariër is en ze al enkele dagen niets anders eet als rijst en aardappelen besloten we te gaan eten in het vegetarisch restaurant om de hoek. Ik snakte ook wel naar groenten. Het bleek geen vegetarisch, maar een veganrestaurant te zijn. Ach ja, dat is ook eens iets anders. Aan de muur hing een televisiescherm waarop een of andere zender ons de gevaren vertelde van een carnivorisch bestaan. “ Elke dag sterven 20 000 mensen aan de gevolgen van overmatig drugsgebruik. Be veg, be green 2 save the world” Euhm… Oke dan. Buiten de vreemde televisie, was het eten superlekker. Eindelijk nog eens een goede pompoensoep gegeten, verse spinazie en een spicy pangerecht van tofu, fakevlees, champignonnen, worteltjes en als dessert een zelfgemaakt ijsje van banaan, appel en sea buckthorn, wat gewoon cassis bleek te zijn. Na bijna vijf maanden van vettig en zoet eten, smaakte de groenten zo goed en voor maar 5 euro konden we uiteraard niet sukkelen.
Vandaag is onze laatste dag in Mongolië en we weten niet wat te doen. In Ulaanbaatar, zoals ik al heb gezegd, is niet veel te zien en dus zitten we maar wat op onze kamer. Misschien gaan we straks nog enkele souveniertjes kopen, omdat ja, dat moet gewoon he.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten