maandag 6 december 2010

Achtergrondgeluid: have you heard the news that you're dead?


Geen internet, geen huiswerk en geen films meer, maar Sinterklaas is wél geweest en heeft lekkere speculaas, koekjes en snoep in de keuken geplaatst. Jammer genoeg had iedereen door dat Sinterklaas niet bestond en dat hij verdacht veel Belgische koeken had gegeven... Ik ben ook al begonnen met kerstkaartjes te schrijven, maar zoals jullie al weten is de post niet echt efficiënt en snel…Ik heb nog nergens in een winkel enveloppen zien liggen en postzegels al helemaal niet. Daarvoor moet ik dus naar de post. Na de les stapte ik dus naar het postkantoor enkele straten van de universiteit verwijderd. Ik was er alleen en slaakte een zucht. Dat betekent namelijk dat de beamten nog niet opgefokt zijn en zich nog een beetje vriendelijk en geduldig voordoen. Ik vroeg de vrouw achter het loket of ze mooie enveloppen had en postzegels voor België. “Jazeker”, zei ze. “Ik heb er 28 nodig”, zei ik op mijn beurt. Ik had een enorme zucht verwacht, maar tot mijn verbazing nam ze enveloppen en postzegels zonder mokken. Ik betaalde en telde alles. 21 enveloppen en 21 postzegels, typisch! Soms vraag ik me af of ik echt zo onduidelijk spreek. Ik wilde teruggaan, maar ondertussen had een бабушка zich al geïnstalleerd aan het loket. Zij duwde me al de hele tijd toen de vrouw nog met mij bezig was. Zo’n opdringerige mensen vind je volgens mij nergens anders dan in Rusland. De Russische personal bubble is ook zoooo klein. Als ze met je praten, is hun gezicht vaak slechts tien centimeter van dat van mij verwijderd. Dan mogen ze nog zo sympathiek zijn, ik wil hun adem niet echt voelen, laat staan ruiken.
Terug naar de post, deze keer naar een kantoor een eindje verder van de общежитие. Daar werkten ze volgens Kasia snel en hadden ze ook leuke enveloppen. Toen ik daar aankwam stond er een enorme rij, maar het ging vrij vlug vooruit. Plots besefte ik dat ik helemaal geen geld meer had om de overige enveloppen te kopen. Enkel nog voor mijn trio van brieven voor iemand uit het Emblemse. Марки у нас нету сегодня.” Typisch. Dan maar naar huis. Maar daar wachtte me nog een verrassing. Het briefje waar ik zo lang op heb gewacht was er eindelijk. Terug naar het postkantoor! En nu hetgeen 500 meter verder. Als mijn bankkaart niet in het pakje had gezeten, was ik er niet blijven wachten. Ik heb geen idee wat iedereen doet in het postkantoor, maar altijd, echt altijd staat er superveel volk, is er maar 1 loket geopend en houden de bedienden zich 20 minuten (!!!) met 1 persoon bezig. “Dat formuliertje moet u nog invullen.”  Blablabla. Dan was het mijn beurt. Ik kreeg mijn pakje en vroeg drie postzegels voor België. Ik kreeg er honderd! “Twee van die en één van deze twee en op de laatste al deze”, zei de vrouw. 13 postzegels op één f*cking brief! “U mag ze over elkaar plakken hoor.” Ja, liefst! En wat ik ook niet begrijp is dat ik de ene keer 25 roebel aan postzegelwaarde krijg, de andere keer 21, nu 23 in het kantoor bij ons en 20,5 in het kantoor bij de universiteit! Mogen de bedienden zelf kiezen hoeveel ze vragen? Als ze slecht gezind zijn 25 roebel, maar als ze goedgeluimd zijn, vragen ze slechts 21? Of hoe zit dat? Vreeeeeemd.
Ach ja, na een uur had ik mijn bankkaart en heb ik uiteindelijk mijn brieven kunnen versturen. Nu de rest nog…

Het begint weer een lange ‘aflevering’ te worden, dus zal ik het nu kort houden en een beetje samenvatten.
Maandag: laserschooten met enkele mensen van Duits en hun vrienden van de andere klas Duits. Chillage à la plage. Ik ben twee keer op de zesde plaats (van de twaalf) geëindigd, mooi. En maar 2,5€ per halfuur, cheeeck!
Dinsdag: bowlen met een paar van de общежитие voor Beka’s verjaardag. Hij was zo aangedaan van de mooie cadeautjes die we hebben gegeven, dat hij ons op een fles Martinichampagne trakteerde. Het was lekkere, maar ik vond het vreemd dat iedereen er ijsblokjes in deed…maar dat zal wel aan mij liggen. Bovendien werd de bowlingbaan verlicht met blauw neonlicht en blacklight, waardoor zowel de bowlingballen als de witte sokken radioactief werden. Ik kreeg er enkel hoofdpijn van. Ik heb wel drie strikes gegooid! De eerste als allereerste worp van iedereen. En net zoals iedereen was ikzelf ook enorm verbaasd. Kwinten en Zhiju (of zoiets), die nog nooit had gebowld, bleken echte bowlingmeesters te zijn. Kasia, daarentegen, moet nog een beetje oefenen. In ieder geval heeft iedereen zich geamuseerd.
Woensdag en donderdag: niet zo interessant. We hebben in het seminarie de film ‘Die Fälscher’ gezien. Ik had hem al gezien, maar hij blijft toch een klein meesterwerkje. Op het einde moest ik toch een traantje wegpinken. Veronika, een burjatmeisje dat mee in onze groep zit, nodigde ons uit om donderdag naar een club te gaan. Een vriendin van haar had haar uitgenodigd voor een soort modeshow. Maar, ik zeg het eerlijk, ik had het niet aangekunnen, dus heb ik vriendelijk bedankt. We hadden woensdag de les Russisch al gemist, omdat we wilden uitslapen (ja, rebels, maar het deed goed), dus konden we de les op vrijdag zeker niet missen.
Vrijdag: We zaten dus in de les Russisch en eindelijk, na twee weken, vroeg onze leerkracht onze cv’s. (Het was een huistaak die we twee weken geleden al hadden gekregen) Ongelooflijk, maar waar, Chinezen kennen dat blijkbaar niet. Ze hadden kopies gekregen met voorbeelden en uitleg hoe een cv op te stellen en nog sloegen ze erin om het helemaal fout te maken en vanalle toch wel belangrijke informatie te vergeten.
“Waar heb je gewerkt?” “In een restaurant.” “En hoe heette dat restaurant?” “Gewoon een restaurant in ‘Jacamaca’(vergeef me maar Chinees is nog steeds niet mijn ding).” “Hoeveel restaurants zijn er daar, maar 1?” “Nee, drie grote.” “Hoe weet de werkgever dan welk restaurant hij moet bellen om te verifiëren dat jij daar hebt gewerkt?” “Euh…” “En wat heb je daar gedaan?” “In een restaurant.” “Ja, maar wat?” <stilte> <zucht>.
Die dag was ook de eerste keer dat ik onze leerkracht kwaad heb gezien, scaaary.
’s Avonds begaven we ons naar de toneelschool van Irkutsk om een stuk te bekijken. Ik kan het in enkele woorden samenvatten. Meisje en jongen (18 jaar) houden van elkaar, maar moeders zijn ertegen, want liefde is zoals een auto. Liefde gaat over, en je moet denken aan een goede man (maar wie bepaalt wat goed is?), kinderen en studie. Blablabla, stereotiep! De uitvoering was wel goed, maar de Russen kunnen toch echt niet van elkaar afblijven! Ik had zin om midden in het stuk recht te staan en te roepen dat ze een kamer moesten huren. Op het einde werd er naar mijn mening ook net iets te veel geweend en gesnikt. Maar ik verstond het bijna allemaal. Natuurlijk drongen niet alle nuances en grapjes tot me door. Op sommige momenten schoot de hele zaal in de lach, terwijl ik als een schaap voor mij uit zat te gapen…
Zaterdag: gaan vragen in het station hoeveel een ticket kost naar Mongolië en wanneer er een trein terug is, want volgens internet zijn er blijkbaar geen en kosten de tickets een fortuin. Daarna moesten we gaan shoppen voor een skibroek. Oh jawel, we zijn gaan skieën! Vrijdagavond had Beka ons gewaarschuwd voor de prijs. “Het is hier superduur, 5000 roebel voor een broek en jas!” Na een snelle actie van mijn hersendeel dat zich bezighoudt met wiskunde, ontdekte ik dat dat 125€ was…Mijn mond viel open, zo goedkoop! In België alleen al kost een jas zoveel. Maar hij had gelijk dat het voor Rusland duur is. Ik snap echt niet hoe sommige mensen kleren kunnen kopen, eten of tripjes kunnen maken. Het skieën kostte 1290 roebel, dat is ongeveer 32€, ik vind dat veel voor in Rusland. Maar wat een geweldige overgang naar de volgende dag!
Zondag: gaan snowboarden op een ‘berg’ twintig minuutjes van de общежитие. Je kan er skieën, snowboarden, schaatsen én in een band, zoals een bobslee, naar beneden glijden, chiiiil. Met mijn nieuwe rode (!) skibroek had ik er superveel zin in. Tot ik op de piste stond. Mijn snowboard gleed niet! In het midden van de piste stopte ik en geraakte ik niet verder. Ik heb het dan maar omgeruild voor een veel beter. De 'grote' piste en dus ook de 'grote' lift was niet open en dus konden we enkel het babypistje gebruiken. Na twee keer naar beneden te zijn gegleden was ik het al beu. Het was wel grappig, omdat het voor Magali 15 jaar geleden was dat ze geskied had. De eerste afdaling ging vrij goed, dat betekent: 1 keer hard gevallen, maar daarna ging het veel beter. Maar weer, de piste was iets te plat om goed bochtjes te maken. Dan, de lift...een kutankerliftje met één stang. Ik had nog nooit zo'n lift gebruikt met een snowboard en vroeg me ook af hoe. Ik vroeg de man beneden hoe ik het beste kon gaan staan, maar hij wist het zelf niet!!! Komààn. Uiteindelijk bleek de truc de stang vast te houden tot boven. Onmogelijk! De volgende keren deed ik gewoon mijn snowboard uit en stapte omhoog. Na de middag, toen er meer volk was, bleek dat 90% van de snowboarders dat ook deden. Een minderheid kon met de lift naar boven, maar die hadden een goede positie gevonden en stonden met hun andere voet voor, basterds...
Na de middag waren er ook enkel waaghalzen die de grote, steile piste namen en dan gewoon te voet naar boven kwamen. Ik vroeg Beka om mee te gaan, maar hij wilde niet. Te gevaarlijk, zei hij. Ik wilde toch een keertje kijken en nam de 'gemakkelijke' kant, vanwaaruit je de steile piste kon zien. Steil...mijn gat! Na een halfuur naar boven klimmen en dan een halfuur uitrusten, begon ik eraan. Zalig! Jammer dat het zo kort was en dat ik wéér naar boven moest kruipen. In de tijd dat ik twee afdalingen had gedaan, waren Magali en Beka al minstens vijf keer naar beneden geskied. Na een tijdje was ik zo uitgeput dat ik gewoon niet meer kon. Volgende keer als we daarheen gaan, neem ik toch maar ski's en dat wordt ook heel grappig. Voor mij is het namelijk ook al 7 jaar geleden...

groene Kitkat is eigenlijk nog wel lekker.

1 opmerking: